Natalie Falkman is portefeuillemanager van de Robeco Circular Economy-strategie en lid van het Thematic Investing-team. Voordat ze in 2022 in dienst kwam bij Robeco, was ze portefeuillemanager voor Kapitalinvest, een wereldwijd aandelenfonds met een vijfsterrenrating van Morningstar en een AAA-rating van Citywire (Global Blend-categorie), bij Swedbank Robur in Stockholm. Daarvoor werkte ze bij Carnegie (grootste onafhankelijke zakenbank in Scandinavië), eerst als hoofd Emerging Markets Research en daarna bij Nordic Capital Goods Equity Research. Ze begon haar carrière in 2002 als aandelenanalist bij Deutsche Bank in Moskou, gericht op de sectoren nutsbedrijven en transport. Natalie is afgestudeerd in finance aan de Stockholm School of Economics.

Het fonds is gevestigd in Luxemburg en is onderworpen aan de Luxemburgse belastingwetten en -regelgeving. Het fonds is in Luxemburg geen vennootschaps-, inkomsten-, dividend- of vermogenswinstbelasting verschuldigd. Het fonds is wel onderworpen aan een jaarlijkse abonnementsbelasting ('taxe d'abonnement') in Luxemburg. Deze bedraagt 0,05% van de intrinsieke waarde van het fonds. Dit recht op inschrijvingen is opgenomen in de intrinsieke waarde van het fonds. In principe kan het fonds het Luxemburgse verdragsnetwerk gebruiken om een deel van de bronbelasting op inkomsten terug te vragen.

De fiscale gevolgen van het beleggen in dit fonds zijn afhankelijk van de persoonlijke situatie van de belegger. Voor een particuliere belegger in Nederland is de werkelijk ontvangen rente, dividend of koerswinst fiscaal niet relevant. Beleggers betalen ieder jaar over de waarde van hun netto vermogen per 1 januari, indien en voor zover dat netto vermogen uitgaat boven de heffingsvrije vermogens, inkomstenbelasting. De belegging in het fonds wordt gerekend tot het netto vermogen van de belegger. Buiten Nederland woonachtige particuliere beleggers worden in Nederland niet belast voor hun belegging in het fonds. Deze beleggers kunnen wel aldaar belast worden voor de inkomsten uit de belegging in dit fonds op grond van de in dat land geldende nationale fiscale wetgeving. Voor een rechtspersoon of een professionele belegger, zijn andere fiscale regels van toepassing. Wij adviseren de belegger om, voorafgaand aan het nemen van een beslissing om te investeren, voor diens specifieke situatie eerst diens financiële of fiscale adviseur te raadplegen over de fiscale gevolgen verbonden aan de belegging in dit fonds.

De duurzame beleggingsdoelstelling van het fonds is het financieren van oplossingen die de transitie van traditionele productie- en consumptiepatronen naar een circulaire economie ondersteunen. Afwegingen voor een circulaire economie en duurzaamheid worden meegenomen in het beleggingsproces via de definitie van een doeluniversum, uitsluitingen, ESG-integratie en stemmen. Het fonds belegt alleen in bedrijven die significant passen bij het thema volgens Robeco's methodologie voor een thematisch universum. Het fonds belegt niet in issuers die een negatieve impact op de SDG's hebben, internationale normen schenden of die controversiële producten aanbieden. Hiervoor past het fonds een screening toe op basis van het intern ontwikkelde SDG-raamwerk en het uitsluitingsbeleid van Robeco. Om bestaande en potentiële ESG-risico's en -kansen te beoordelen, zijn financieel materiële ESG-factoren geïntegreerd in de fundamentele bottom-up beleggingsanalyse. Daarnaast worden issuers uitgesloten waarvan uit de doorlopende monitoring blijkt dat ze internationale normen schenden. Tot slot maakt het fonds gebruik van zijn rechten als aandeelhouder en gebruikt het zijn stemrecht in overeenstemming met het beleid van Robeco voor stemmen bij volmacht.Meer informatie vindt u in de duurzaamheidsgerelateerde informatie.De gebruikte index voor alle duurzaamheidsvisuals is gebaseerd op [Indexnaam].

Het positieve marktsentiment aan het begin van het jaar sloeg om in een meer voorzichtige stemming tegen het einde van februari. De zichtbaarheid verslechterde in zowel structurele groeisectoren als cyclische sectoren. Voor de laatste waren de macro-indicatoren gemengd, terwijl voor de eerste de tragere ordergroei door veel beleggers als een rode vlag werd gezien. In de year-to-date performance zijn een paar belangrijke thema's naar voren gekomen. Een daarvan is de relatief sterkere performance van Europese aandelen ten opzichte van Amerikaanse aandelen. Een andere opvallende trend is de underperformance van smallcaps ten opzichte van largecaps. Een vlucht naar veiligheid bij meer risicoaversie is meestal in het voordeel van grotere bedrijven. Ondanks het risicomijdende sentiment eind februari is het belangrijk om op te merken dat de S&P 500 op 19 februari een nieuwe recordhoogte bereikte – de tweede dit jaar (de vorige was op 23 januari). Een terugval naar een bullmarkt is geen anomalie. Meer zichtbaarheid van factoren die de besluitvorming van bedrijven beïnvloeden – zoals tarieven, door de staat gesponsorde projecten en beleid – zou bedrijven echter helpen bij het nemen van investeringsbeslissingen op korte en lange termijn, wat de toekomstige winst ten goede komt.

Op basis van de handelskoers behaalde het fonds een resultaat van -2,06%. In februari deed het fonds het slechter dan de MSCI World, maar beter dan de interne benchmark. Ten opzichte van de MSCI World leverde de industriële sector veruit de grootste negatieve bijdrage. De grootste drie individuele negatieve bijdragen kwamen van industriële bedrijven: Tetra Tech, Comfort Systems en Wolter Kluwer. Financiële dienstverlening was in februari de best presterende sector in de MSCI World, wat negatief uitpakte voor de relatieve performance van het fonds omdat de strategie onderwogen is in deze sector. De drie individuele namen die het meest bijdroegen aan de performance waren Europese bedrijven: EssilorLuxottica, Essity en Saint Gobain. Het fonds presteerde beter dan zijn interne benchmark. Op sectorniveau was de outperformance afkomstig van technologie, waar het fonds onderwogen is ten opzichte van de interne benchmark, en gezondheidszorg. Binnen gezondheidszorg bezit het fonds op dit moment geen producenten van lifesciencetools, wat in februari positief was. De grootste individuele bijdrage kwam van EssilorLuxottica, Spie en Essity. De grootste drie individuele negatieve bijdragen kwamen van Tetra Tech, Comfort Systems en Vertiv.

De S&P 500 heeft dit jaar al twee nieuwe records neergezet. Toch is de stemming niet bepaald vrolijk nu februari ten einde loopt. Het is belangrijk om te onthouden dat terugvallen van ongeveer 2-6% relatief gebruikelijk zijn in een bullmarkt – en we zitten nog steeds in een (relatief jonge) bullmarkt. Als we het glas als halfvol beschouwen, biedt de uitbodeming van de cyclische vraag, samen met de lage verwachtingen van beleggers, een solide basis van waaruit bedrijven positief kunnen verrassen of op zijn minst aan de voorzichtige prognoses kunnen voldoen. In structurele groeigebieden lijkt de risicoaversie voort te komen uit aanvankelijk te hoge waarderingen (eind 2024), overvolle posities, het DeepSeek-moment dat leidde tot vragen over wie de toekomstige AI-winnaars zullen zijn, en het idee van 'normalisatie' in de vraag na twee zeer sterke jaren. De structurele vraag zelf heeft echter nog geen duidelijke barsten vertoond. De economische impact van nieuw binnenlands en buitenlands beleid onder de nieuwe Amerikaanse regering blijft nog onduidelijk. Toch zou er duidelijkheid moeten komen, terwijl mogelijke deregulering en lagere belastingen het optimisme verder kunnen aanwakkeren.