Het timen van beleggingen is moeilijk en de gemiddelde belegger is er helaas niet zo goed in. Als fondsbeleggers massaal gaan beleggen in een bepaalde stijl, kunnen we hun ‘koop’-signaal eigenlijk beter beschouwen als een ‘verkoop’-signaal. Gemiddeld genomen stappen ze namelijk op het verkeerde moment in. Het omgekeerde geldt overigens ook: als fondsbeleggers een stijl gaan mijden, kan dat worden gezien als een contrair signaal.
Deze collectieve slechte timing verklaart voor een groot deel het verschil tussen het rendement op beleggingen en het rendement van beleggers, soms ook wel de behavior gap genoemd. Het rendement van beleggers is ook afhankelijk van timingeffecten en de cashflow van beleggers. Als bijvoorbeeld een groot fonds een verlies heeft, of een klein fonds een winst, kan het verschil tussen het fondsrendement en het rendement van de belegger aanzienlijk zijn.
In een researchpaper1 uit 2016 analyseerden Jason Hsu, Brett Myers en Ryan Whitby gegevens van Amerikaanse beleggingsfondsen over de periode januari 1991 tot juni 2013. Hun conclusie was dat de gemiddelde fondsbelegger 1,9% achterbleef bij een buy-and-hold-strategie. Dit resultaat was te zien bij alle verschillende beleggingsstijlen, uiteenlopend van 1,3% voor beleggers in waardefondsen tot 3,2% voor beleggers in groeifondsen. Tegelijkertijd bleven ‘passieve’ beleggers in indexfondsen maar liefst 2,7% achter bij een buy-and-hold-strategie.
Daar komt nog bij dat al deze resultaten vóór aftrek van vergoedingen en transactiekosten waren. Dus in de praktijk was het verschil tussen het rendement van beleggers en de fondsperformance nog groter. Het is al bekend dat de gemiddelde fondsbelegger na aftrek van kosten achterblijft bij de index, maar het flinke verlies aan performance door slechte timing is minder bekend.
Deze bevindingen liggen op één lijn met die van Ilia Dichev2 in 2007. Hij toonde aan, dat Amerikaanse aandelenbeleggers in het algemeen 1,3% achterblijven bij een buy-and-hold-strategie (in de periode 1926-2002, tabel 3 in de studie). Voor internationale beleggers ligt dit cijfer op 1,5% (in de periode 1973-2004, tabel 4). Figuur 1 vat de bevindingen in de literatuur samen.
Figuur 1: Het rendement van beleggers minus het rendement op beleggingen
Bron: Robeco Research; verschil fondsrendement uit Hsu et al (2016) en verschil aandelenrendement uit Dichev (2007)
Voordelen van factorbeleggen tenietdoen
Deze empirische studies tonen aan, dat verkeerde markttiming niet slechts sporadisch voorkomt, maar een wijdverbreid fenomeen is met ernstige gevolgen voor beleggers. In het geval van factorstrategieën kunnen slechte timingvaardigheden – ook wel ‘weak hands’ genoemd – de voordelen van exposure naar goedbeloonde premies volledig tenietdoen.
“
Strong hands zijn niet weggelegd voor ongeduldige beleggers
Geduldige langetermijnbeleggers met een standvastige exposure naar stijlen, de ‘strong hands’, hebben een grotere kans om de factorpremies te oogsten. Het probleem is dat zulke ‘strong hands’ niet zijn weggelegd voor ongeduldige beleggers en dat het vaak jaren duurt voordat beleggers dit in de vingers hebben.
Door overmoedigheid denken veel beleggers dat ze ‘strong hands’ hebben, maar dat is per definitie niet mogelijk. Iedereen heeft het wel altijd over geduld en een langetermijnvisie, maar dit zijn betekenisloze concepten als ze niet nader worden gespecificeerd. Het is essentieel om de beleggingshorizon concreet te maken en ‘een lange periode’ om te zetten in een specifiek aantal jaren. Daarbij is de lengte van deze horizon afhankelijk van de doelstelling voor risico en rendement.
Samenwerking is vaak een nuttige manier om ervoor te zorgen dat je je aan je plannen houdt. Zo helpt het bijvoorbeeld met sporten, studeren en werken als iemand op de hoogte is van je plannen en je ook wil helpen die uit te voeren. Veel succesvolle beleggers erkennen dat ze zelf hun grootste vijand zijn. De beste manier om dit interne gevecht te winnen is een plan te maken en bondgenoten te zoeken om dat plan succesvol uit te voeren.
Het vinden van de juiste partner kan helpen je beleggingsdoelen voor de lange termijn te realiseren. Voor factorbeleggen is de eerste obstakel het selecteren van een beperkte selectie uit de meest robuuste en effectieve factorgroepen. De reden hiervoor is dat sommige factoren uiteindelijk niet blijken te bestaan.
Een gedisciplineerde aanpak werpt zijn vruchten af en kan helpen het gemiddelde rendementsverlies van 2% te vermijden. Training is belangrijk, omdat teams veranderen en beleggingshorizons vaak kort zijn. Voortdurende training leidt tot een succesvolle beleggingscultuur, die geen ruimte laat voor schadelijke emoties of verkeerd afgestemde incentives. Meer inzicht in ‘weak hands’ en ‘strong hands’ leidt tot meer bescheidenheid en geduld en beperkt de hoeveelheid onnodige transacties.
Dit is een bijgewerkte versie van de publicatie, nu met de audio-paper toegevoegd. Oorspronkelijke publicatie is van december 2017.
Voetnoten
1 J. Hsu, B. Myers and R. Whitby, ‘Timing Poorly: A Guide to Generating Poor Returns While Investing in Successful Strategies’, The Journal of Portfolio Management, 42(2), pp. 90-98.
2 I. Dichev, ‘What Are Stock Investors’ Actual Historical Returns? Evidence from Dollar-Weighted Returns’, American Economic Review, vol. 97, no. 1, March 2007 (pp. 386-401)