Vorige maand kondigde indexreus MSCI aan ‘ESG’ te verwijderen uit de naam van verschillende van zijn veelgebruikte ESG-indexgroepen, waaronder de ESG Leaders Index – een populaire index onder passieve ESG-fondsen. Dit besluit was een reactie op de richtlijnen voor fondsbenamingen van de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) en heeft de aandacht gevestigd op passieve benaderingen voor duurzaam beleggen. Veel beleggers met fondsen die deze benchmark volgen, vroegen zich namelijk af of ze hun passieve fondsen nog wel als duurzaam konden beschouwen.
Passieve strategieën voor duurzaam beleggen lieten in de jaren tot 2021 een snelle groei zien, in navolging van de trend in de bredere markt, en onder invloed van factoren als lagere kosten, minder complexiteit, toegankelijkheid en consistentie van het rendement. Toch maken passieve portefeuilles nog altijd een kleiner deel uit van het duurzaam beheerde vermogen (ongeveer 25%) dan van het niet-duurzaam beheerde vermogen, waar passieve strategieën hun actieve tegenhangers nu zelfs overtreffen in sommige gebieden. Hieronder bespreken we enkele redenen die in onze ogen bijdragen aan dit verschil.
Betrouwbaarheid van ESG-gegevens
Passieve beleggingen volgen doorgaans een index. Waar conventionele indices worden samengesteld op basis van objectieve, meetbare criteria, zoals marktkapitalisatie, worden ESG-indices meestal bepaald door ESG-gegevens of ESG-ratings, die subjectief kunnen zijn of moeilijk systematisch te repliceren.
Ratings verschillen vaak sterk tussen aanbieders, afhankelijk van hun methodologieën. En zelfs voor ruwe cijfers die bedrijven rechtstreeks rapporteren, zijn er uitdagingen op het gebied van vergelijkbaarheid, meetbaarheid en standaardisatie.
Zo worden maatschappelijke kwesties, zoals de praktijken en arbeidsomstandigheden in de toeleveringsketen van een bedrijf, vooral beoordeeld op basis van subjectieve kwalitatieve criteria. Dat maakt ze gevoelig voor verschillende interpretaties. Actieve strategieën zijn wellicht beter in staat om met deze nuances om te gaan en een portefeuille samen te stellen met meer overtuiging in de duurzaamheidskenmerken.
Veranderend inzicht in duurzaamheid
Duurzaam beleggen heeft de afgelopen 20 jaar een snelle ontwikkeling doorgemaakt, met meer informatieverschaffing, een beter begrip van klimaatwetenschap en de impact van bredere ESG-factoren op bedrijven en de maatschappij, evenals veranderende houdingen in de maatschappij en regelgeving ten opzichte van duurzame industrieën.
Hoewel sommige benchmarks zich proberen aan te passen, zoals we onlangs hebben gezien, ligt het tempo van verandering natuurlijk veel lager dan bij actief beheerde strategieën. Die kunnen immers snel reageren op nieuwe informatie, veranderende marktomstandigheden en opkomende duurzaamheidstrends.
Deze flexibiliteit en het vermogen om kansen effectiever te benutten zijn natuurlijk algemene argumenten ten gunste van actief beleggen, maar ze zijn vooral relevant voor duurzame benaderingen.
Engagement voor verandering in de echte wereld
Actief aandeelhouderschap is een kernbeginsel van duurzaam beleggen en is het tweede van de zes Principles for Responsible Investment van de Verenigde Naties. Volgens sommige studies zijn passieve beleggers minder geneigd om tegen het management te stemmen dan actieve beleggers, misschien omdat de doorgaans veel geconcentreerdere portefeuilles in actieve strategieën meer onderzoek en aandacht voor individuele bedrijven mogelijk maken. Met andere woorden, je krijgt waar je voor betaalt.
Een andere stroming is juist van mening dat passief beleggen en inspanningen voor een dialoog met bedrijven om verandering te realiseren een effectievere manier is om duurzaamheidsdoelen te bereiken dan beleggen in actief beheerde portefeuilles. Het lijkt waarschijnlijker dat dit werkt als de belegger of vermogensbeheerder groot genoeg is om een redelijk deel van de bedrijven onder engagement te bezitten, en zich de hoge kosten kan veroorloven die soms komen kijken bij een waardevolle engagement met het management van een bedrijf.
Beide benaderingen hebben zonder meer hun voordelen, en misschien is de methode van engagement wel minder van belang dan de vraag of het daadwerkelijk op een zinvolle manier gebeurt.
Groeiende populariteit van Enhanced Indexing-strategieën
De afgelopen jaren hebben Enhanced Indexing-strategieën aan populariteit gewonnen, waarbij elementen van het passief volgen van een index worden gecombineerd met actieve input om het rendement te optimaliseren, of factoren, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid.
Verbeteringen in de beschikbaarheid van gegevens en kwantitatieve analyse hebben bijgedragen aan deze groei en de opkomst van geavanceerde AI-tools maakt de weg vrij voor toekomstige ontwikkeling. Deze benaderingen kunnen nuttig zijn vanuit het oogpunt van zowel financiële materialiteit, waarbij ESG-criteria worden gebruikt om het rendementspotentieel te optimaliseren, als impactmaterialiteit, waarbij portefeuilles worden afgestemd op duurzaamheidsdoelen, en door beide te combineren.
Het laatste woord
De keuze aan duurzame beleggingsproducten in alle beleggingscategorieën is nog nooit zo ruim en divers geweest als nu, dankzij bredere financiële productinnovatie. De belangstelling voor duurzaamheid en de behoefte aan wereldwijde actie om kapitaal te kanaliseren naar duurzame ontwikkeling dienen ook als drijfveren voor deze innovatie.
Tot op zekere hoogte is het idee van passief beleggen als een makkelijke optie voor beleggers een misvatting. Alle beleggingsbeslissingen worden actief genomen, zelfs de keuze tussen