Voor al deze ogenschijnlijk simpele vragen is het antwoord veel complexer dan de meeste mensen verwachten. Gelukkig heb ik door de jaren heen de kennis en expertise zien verbeteren over de verschillende vormen en tools die worden ingezet om duurzaamheid te implementeren. Veel klanten weten nu heel goed wat ze kunnen doen, of het nu gaat om negatieve screening, ESG-integratie, netto-nulportefeuilles of afstemming op de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG's) van de VN. Ook begrijpen ze de impact van ESG op hun verwachte risicogecorrigeerde rendement, of ze laten het berekenen door hun beheerders.
Maar het is niet langer genoeg om deze vragen te begrijpen en te kunnen beantwoorden. De bewijslast voor duurzame beleggers neemt snel toe. En dat is best lastig, want er zijn veel investeringen nodig om de transparantie te vergroten, en vooral om te voldoen aan de eisen van de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) van de EU.
Informatieverstrekking verbeteren
Om dit voor elkaar te krijgen hebben we ons bestaande beleid inzake duurzaamheid, uitsluiting en stewardship uitgebreid met een test die kijkt naar goed bestuur, een beleid inzake duurzaamheidsrisico's en een verklaring inzake grote negatieve impact (Principle Adverse Impact; PAI), samen met documenten waarin onze duurzame onderzoeksmethoden en gegevensbenadering worden beschreven. We hebben voor al onze fondsen zeer gedetailleerde informatie over onze duurzaamheidsaanpak opgenomen in de prospectussen en op de website van Robeco. Het opstellen hiervan kostte al veel tijd, maar deze informatie moet ook nog regelmatig worden bijgewerkt en bijgehouden.
En dan heb ik het nog niet eens gehad over alle lokale labels waar onze klanten om vragen, die allemaal hun eigen eisen hebben! Hetzelfde geldt voor onze toezegging voor netto-nul, die een meer vrijwillig karakter heeft – maar als we ons ergens voor inzetten, doen we er ook alles aan om het te bereiken. Ook hierbij vraagt het nogal wat inspanning om een routekaart voor netto-nul op te stellen en ervoor te zorgen dat onze metingen gebaseerd zijn op gegevens van hoge kwaliteit, zodat we elk jaar over onze vorderingen kunnen rapporteren.
Een focus op resultaat
De focus komt steeds meer te liggen op de resultaten. De Principles for Responsible Investment (PRI) hebben dit in gang gezet met hun nieuwe beoordeling van institutionele beleggers. Ze vragen niet alleen naar beleid en procedures, maar ook naar resultaten en portefeuille-informatie.
Op dezelfde manier verplichten de PAI-indicatoren van de SFDR ons niet alleen te rapporteren over de uitstoot van broeikasgassen en het percentage fossiele brandstoffen in een portefeuille, maar ook over de loonkloof tussen mannen en vrouwen en de verhouding tussen vrouwelijke en mannelijke bestuursleden. Je kunt je afvragen hoe klanten deze informatie moeten interpreteren en vergelijken, en ook wat de kwaliteit van de gegevens is. Maar dit brengt duurzaam beleggen echt naar een hoger niveau in die zin dat we moeten laten zien hoe onze beleggingsportefeuilles er op belangrijke punten uitzien.
We zien dat deze ontwikkelingen langzaam maar zeker het kaf scheiden van het koren. Dat komt in sommige gevallen doordat beheerders niet geloven dat rekening houden met duurzaamheid daadwerkelijk leidt tot beter geïnformeerde beslissingen, minder risico of een positieve impact in de echte wereld.
Politiek gedreven
Soms is het ook zeer politiek gedreven, zoals we op dit moment zien in de Verenigde Staten (VS). De moeilijkheid om de beloftes op het gebied van duurzaamheid echt waar te maken, en ook om klanten duidelijk uit te leggen wat duurzaam beleggen precies is, maakt dat sommige marktpartijen hun gedrag positief veranderen of juist een stap terug doen als het gaat om duurzaam beleggen.
Een voorbeeld van veranderend gedrag is dat sommige Amerikaanse beheerders die de State Financials Officers Foundations – die bekendstaan om hun anti-ESG-lobby – hebben gesteund, hun lidmaatschap niet verlengen.1 Aan de andere kant zien we juist dat bijvoorbeeld Vanguard zich terugtrekt uit het Net Zero Asset Managers Initiative. Het bedrijf stelde dat de gezamenlijke inzet van de alliantie om klimaatverandering te bestrijden had geleid tot “verwarring over de standpunten van individuele beleggingsondernemingen”.2
Eenvoudige stappen zijn gezet
ESG of niet ESG – dat is op dit moment de grote vraag. De eenvoudige stappen zijn gezet, maar een grotere nadruk op greenwashing en daadwerkelijke resultaten en een toenemende rapportagelast leiden ertoe dat beheerders hun standpunt herzien. Bij Robeco houden we vast aan onze benadering op het gebied van ESG, stewardship en duurzaam beleggen. Wij kijken naar de lange termijn.
We zouden echter graag zien dat de bewijslast wordt uitgebreid tot de gehele markt. Een goed voorbeeld is het beleggingsfonds VICE. Als tegenpool van duurzaam beleggen is dit ook een op waarden gebaseerde beleggingsstrategie. Hoe zit het met de performance van dit fonds? Gezien de cijfers op de website van het fonds kunnen met recht soortgelijke kritische vragen worden gesteld!