Het is allemaal niet zo simpel. Zo zijn niet alle specialisten in duurzaam beleggen veganistisch. En de meesten nemen nog steeds het vliegtuig en kopen ook nog steeds niet-essentiële luxeproducten. Hetzelfde geldt voor vermogensbeheerders. Velen spannen zich in om kapitaal te verplaatsen naar duurzamere bedrijven en zo een positieve impact te bewerkstelligen, maar ze maken ook nog steeds zakenreizen of bieden nog altijd beleggingsstrategieën aan die geen rekening houden met duurzaamheid.
Is dat hypocriet? Wat mogen we eigenlijk redelijkerwijs verwachten van personen en organisaties als het gaat om de duurzaamheidsdoelen?
Als persoon:
Het VN-Milieuprogramma omschrijft duurzaam leven als “begrijpen welke invloed de keuze van levensstijl heeft op de wereld om ons heen en zoeken naar manieren waarop iedereen beter en minder belastend kan leven”. We kunnen niet vermijden dat we natuurlijke hulpbronnen gebruiken. Die hebben we nu eenmaal nodig voor onze basisbehoeften op het gebied van voedsel, gezondheid, huisvesting en leven in de huidige maatschappij.
Maar we kunnen wel proberen om de belasting voor de natuur te verminderen door over te stappen op plantaardig voedsel, de trein te nemen in plaats van de auto of het vliegtuig en door minder afval te produceren. De meeste mensen proberen zich duurzamer te gedragen, maar vinden het ook acceptabel dat ze soms vliegen of vlees eten.
In een perfecte wereld kunnen we allemaal proberen om Greta Thunberg te evenaren en alles wat ‘slecht’ is uit onze levensstijl te schrappen. Maar in de praktijk is dit nogal vermoeiend en leidt het tot ondermijning van de doelstelling op lange termijn. Stapsgewijze veranderingen en een minder belastende levensstijl maken over de langere termijn uiteindelijk misschien wel een groter verschil.
Als bedrijf:
De impact die wij als bedrijf kunnen realiseren met ons gedrag is veel groter dan wat het individu kan bewerkstelligen. Voor vermogensbeheerders met een focus op duurzaam beleggen is het ook een kwestie van reputatie – voldoen wijzelf wel aan de normen die we verwachten van de bedrijven waarin we beleggen?
Bij Robeco nemen we dit serieus. Zo hebben we een netto-nulambitie geformuleerd die overeenkomt met de verwachtingen die wijzelf hebben van bedrijven in onze portefeuille. Maar om kapitaal te kunnen verplaatsen naar duurzamere economische activiteiten moeten we als bedrijf blijven bestaan en dat kan alleen als we concurrerend blijven.
Maar hoeveel zakenreizen zijn dan acceptabel om contact te houden met onze klanten en mogelijke nieuwe klanten te ontmoeten? En moeten we alleen klanten accepteren die duurzaam willen beleggen? Het antwoord op deze vragen kan grote invloed hebben op de toekomstige groei en winstgevendheid van een organisatie en is voor sommige bedrijven zelfs van existentieel belang.
Helaas is er geen eensluidend antwoord voor iedereen. Wat werkt voor het ene bedrijf in die ene regio en die ene sector, werkt misschien niet voor een ander bedrijf.
Als belegger:
We nemen elke dag beslissingen over waar we in beleggen. Het belangrijkste doel van een vermogensbeheerder is de bescherming van het kapitaal van de klant. Niet beleggen is dan ook geen optie. Maar ieder bedrijf gebruikt natuurlijke hulpbronnen en laat een bepaalde voetafdruk achter op het milieu, net zoals de mens doet.
Een honderd procent duurzaam bedrijf bestaat gewoon niet. Beoordelen hoeveel negatieve impact nog acceptabel is, kan een lastig waardeoordeel zijn, maar is absoluut noodzakelijk binnen duurzaam beleggen. In een enkel geval is het eenvoudig, bijvoorbeeld als de producten van een bedrijf een negatieve impact hebben op duurzame ontwikkeling. In dit kader wordt de tabaksector vaak genoemd, waar eventuele positieve effecten nooit opwegen tegen de negatieve impact.
Meestal is de afweging echter een stuk complexer. Is de impact van een bedrijf in de gezondheidszorg dat levensreddende medicijnen produceert die op dieren worden getest bijvoorbeeld positief of negatief? Daar kunnen mensen heel verschillend over denken. En zo zijn er meer overwegingen om te bepalen of een bedrijf inderdaad zo min mogelijk schade veroorzaakt of dat het beter zou kunnen presteren op dat vlak.
Robeco weet uit ervaring hoe ingewikkeld het is. Dat hebben we gemerkt bij het ontwikkelen van de methodologie achter ons SDG Framework. We richten ons op de producten en diensten die bedrijven aanbieden om de primaire impact van een bedrijf op de Sustainable Development Goals te bepalen. Maar we kijken ook naar hoe ze werken en soms hoe die producten worden gebruikt. De besprekingen over methodologie en scores monden altijd uit in uitvoerige discussies, zelfs onder professionals die weten waar ze het over hebben.
Meer vragen dan antwoorden
Er zijn meer vragen dan antwoorden als het erom gaat te beoordelen hoe je je moet opstellen in alle hierboven beschreven situaties. Uiteindelijk komt het allemaal neer op het maken van een ethische keuze. Voor een goede ethische besluitvorming moet je het probleem identificeren, feiten verzamelen, belanghebbenden benaderen en de gevolgen van alle verschillende acties beoordelen.
En als er dan eenmaal besluiten zijn genomen, is het essentieel om de resultaten te monitoren en onbedoelde gevolgen te bestrijden om het gewenste doel te bereiken. Voor zowel personen, bedrijven als beleggers geldt dat deze manier van besluitvorming kan helpen bij het kiezen van de meest geschikte handelwijze. Het belangrijkste is echter dat je op deze manier je acties en bedoelingen kunt rechtvaardigen tegenover klanten, werknemers, regelgevende instanties of jezelf.
Maar om constructieve stappen voorwaarts te kunnen maken, moeten we ook erkennen dat er geen eensluidend antwoord is voor iedereen. We richten ons uitvoerig op het voorkomen van greenwashing in de financiële sector en het lijkt in de aard van de mens te liggen om kritiek te hebben op personen die de lat hoog leggen en hem soms missen.
Uiteindelijk zal blijken dat de angst om ambitieuze doelen niet te halen of niet transparant te zijn in de manier waarop beslissingen worden genomen, op de lange termijn lang niet zo nuttig is als positieve samenwerking en feedback. Juist dat laatste maakt ons sterker en stuurt ons de goede kant op.