Milieustrategieën zijn er in overvloed, strategieën met een maatschappelijk thema zijn er wat minder, maar strategieën met een focus op governance zijn ronduit zeldzaam. Dat komt mogelijk doordat corporate governance belangrijk is voor elke strategie en dus niet wordt gezien als een potentieel waardeverhogend thema.
Het is inderdaad waar dat corporate governance van alle ESG-onderwerpen waarschijnlijk het minst controversieel is wat betreft het belang ervan voor beleggers. Maar het is moeilijk om een duurzame beleggingsstrategie te vinden waarin governance niet op een of andere manier een rol speelt.
Er zijn maar weinig beleggers die beweren dat de evaluatie van de corporate governance en managementkwaliteit geen rol zou moeten spelen in het nemen van beleggingsbeslissingen, in welke beleggingscategorie dan ook. Toch is er nog veel discussie over de weging die we moeten toekennen aan goede governance en die weging is vaak inconsistent. Ook is er een gebrek aan overeenstemming over de vraag of slechte corporate governance een directe negatieve impact heeft op duurzaamheid.
Verschillende perspectieven
Drie gangbare manieren om corporate governance aan te pakken zijn: als actieve aandeelhouders die pleiten voor beter bestuurde bedrijven, via ESG-integratie vanuit financieel oogpunt, en als duurzame beleggers vanuit het oogpunt van impactmaterialiteit.
Als actieve aandeelhouders pleiten we stelselmatig voor hoogwaardige corporate governance bij de bedrijven waarin we beleggen. Er zijn hier twee invalshoeken. Eerst moeten we nagaan of bedrijven voldoen aan de minimumnormen voor corporate governance. Daarna kunnen we vaststellen welke bedrijven de best practices laten zien die we het liefste zien in onze portefeuilles, of waarvan we denken dat ze het toekomstige financiële rendement van bedrijven daadwerkelijk ondersteunen.
Minimumnormen versus best practices
Een benadering op basis van minimumnormen kan helpen om de slechtste vormen van corporate governance te vermijden. Die kunnen namelijk leiden tot risico's op grote fouten – en dat kunnen ook opzettelijke corporate actions zijn – die de toekomst van het bedrijf in gevaar brengen. We verwachten daarom van al onze beleggingen dat ze voldoen aan deze minimumnormen.
Best practices zien we veel minder vaak. Veel bedrijven in verschillende regio's en sectoren voldoen niet aan een ‘gouden standaard’, maar hebben wel een aanpak die goed genoeg is als een aanvaardbaar beleggingsrisico, of die niet ten koste gaat van de positieve impact op duurzaamheid of van een winstgevende beleggingskans.
Toch zijn hier ook enkele nuances, die een beoordeling vereisen. Zo is het in sommige sectoren en landen gebruikelijk dat bedrijven in het bezit zijn van families, waardoor het kan lijken dat het bestuur minder onafhankelijk is dan doorgaans als optimaal wordt beschouwd. Uit onderzoek blijkt echter dat familiebezit ook voordelen heeft en gepaard kan gaan met hogere aandeelhoudersrendementen, maar dat het schadelijk kan worden bij een hoger niveau.
De nuance ligt in het bepalen van het optimale niveau van familiebezit. Uiteindelijk moeten beleggers hun eigen risicobeoordeling uitvoeren, en een belang dat geschikt is voor de ene portefeuille is dat misschien niet voor een andere portefeuille.
Positieve correlatie tussen governance en financiële materialiteit
Op het vlak van financiële materialiteit is er meer overeenstemming. Wetenschappelijk onderzoek wijst op een positief verband tussen goede corporate-governancepraktijken en verschillende vormen van waardecreatie. Onderzoek ondersteund door stemadviesbureau Institutional Shareholder Services heeft een directe correlatie gevonden tussen goede corporate governance en sterke aandeelhoudersrendementen, winstgevendheid, dividenduitkeringen en -rendement, en laag risico.
Boekhoudschandalen, omkoping en machtsmisbruik door het management zijn vaak terug te voeren op slechte governancepraktijken, wat leidt tot meer onzekerheid en suboptimale financiële resultaten. We kunnen niet beweren dat een bedrijf met een sterke governance altijd beter presteert, maar er is voor alle beleggers zonder meer een goede reden om hier aandacht aan te besteden.
Impact van governance op duurzaamheid is minder duidelijk
Bij het beoordelen van de impact die bedrijven hebben op duurzaamheid, ligt de focus meestal op producten en activiteiten, en minder op managementpraktijken. Tot nu toe is er weinig bewijs dat best practices op het gebied van corporate governance tot meer positieve impact leiden dan anders het geval zou zijn. Er is meer ondersteuning voor het standpunt dat slechte governance negatieve gevolgen kan hebben, al is er geen duidelijke overeenstemming over het mechanisme om dit te evalueren. Ook hier is een beoordeling van de belegger nodig.
Zo is Tesla een veelbesproken voorbeeld van een bedrijf dat niet voldoet aan algemeen aanvaarde normen voor corporate governance, terwijl zijn producten wel een rol spelen in de transitie naar een CO2-arme economie. We beschikken (nog) niet over een algemeen aanvaarde manier om te beoordelen of slechte governance ten koste gaat van de positieve impact van producten. Dat betekent dat Tesla in sommige duurzame portefeuilles wel wordt opgenomen, maar in andere niet. Dat maakt het niet verkeerd – het is gewoon een andere interpretatie of filosofie.
Governance is een noodzakelijke basis
Binnen duurzaam beleggen wordt duurzaamheid vaak beschouwd als een indicatie voor goed management. Het omgekeerde kan ook waar zijn: goede corporate governance kan erop wijzen dat een bedrijf in staat is om alle gebieden goed te beheren, inclusief ESG-factoren.
In feite kan goede governance worden gezien als de noodzakelijke basis voor alle duurzame bedrijven, en voor alle duurzame beleggingsstrategieën. De G lijkt misschien genegeerd, maar in de praktijk is die overal.
Ontvang de nieuwste inzichten
Meld je aan voor onze nieuwsbrief voor beleggingsupdates en deskundige analyses.