De klimaattop COP27 vond plaats terwijl landen overal ter wereld te maken hebben met een crisis rond onderwerpen als energie en voeding, inflatie, oorlog en schuldenlast. De relatie tussen de partijen die cruciaal zijn voor succesvolle onderhandelingen – de Verenigde Staten (VS) en China – is niet bepaald goed, maar ook het Europese leiderschap boet aan geloofwaardigheid in door de terugkeer naar steenkool en de fors uitgebreide financiële steun voor fossiele brandstoffen. Dit alles in een jaar waarin de gevolgen van klimaatverandering in alle hoeken van de aarde voelbaar zijn: hongersnood in Oost-Afrika, lockdowns in China en Europa en een half miljoen daklozen door overstromingen in Pakistan.
Tegen deze achtergrond richtte de COP27 zich op twee hoofdthema's. Het eerste is klimaatfinanciering. De industrielanden breken nu al jaren achter elkaar hun belofte aan landen op het zuidelijk halfrond dat ze hen financieel zullen steunen in de kosten van aanpassing en mitigatie. Dit jaar had de top ook aandacht voor vergoeding van klimaatschade: rijke economieën werden opgeroepen hun verantwoordelijkheid te nemen voor de schade die hun historisch hoge uitstoot toebrengt aan kwetsbare landen. Op dit vlak werd een historisch resultaat geboekt: het opzetten van een verlies- en schadefonds. Al moet er in onze ogen nog flink over onderhandeld worden voordat het operationeel is. Op korte termijn kan meer klimaatfinanciering beschikbaar komen van de multilaterale financiële instellingen, die hervormd gaan worden zoals is overeengekomen in Sharm el-Sheikh.
Het tweede thema tijdens de top was het bevorderen van de implementatie van het Akkoord van Parijs. Hier lijken we blij te moeten zijn dat het uitblijven van vooruitgang geen expliciete stap terug was. De doelstelling van 1,5 °C bleef ternauwernood overeind tijdens de onderhandelingen, en er werd geen overeenstemming bereikt over het afschalen van onverminderde fossiele brandstoffen. Al met al kunnen we dus spreken van een pijnlijke stilstand.
Het glas halfvol
Waar staan we nu na deze COP op onze weg naar netto-nul in 2050? Bij Robeco denken we dat het glas halfvol is. Inderdaad, de top leverde niet veel concrete oplossingen op, terwijl de uitstoot wereldwijd nog steeds toeneemt en het klimaatbeleid nog steeds tekortschiet. Ook na de top stevenen we nog altijd af op 2,5 °C opwarming van de aarde.
Maar vijf jaar geleden bedroeg die opwarming nog 4 °C. Er is dus wel degelijk vooruitgang geboekt: de koers is verlegd. In dat opzicht begint het trapsgewijze mechanisme van het Akkoord van Parijs, waarin de klimaatambities regelmatig worden bijgesteld, te werken. Tijdens de top van volgend jaar in Dubai zal de proef op de som worden genomen, want dan komen de landen met nieuwe plannen op basis van de wereldwijde inventarisatie van de vooruitgang die tot dusver is geboekt. Uitbereiding van het klimaatbeleid, zoals in de VS dit jaar, kan een exponentiële verandering in gang zetten, aangezien de marktkrachten en het menselijke vernuft waarde willen scheppen uit de transitie naar netto-nul.
Laten we de transitie even los zien van het onverminderde gebruik van fossiele brandstoffen. Dat nam dit jaar toe, te midden van de energiecrisis. Ondanks de massale terugkeer van Europa naar steenkool, voorspelt het Internationale Energie Agentschap (IEA) voor dit jaar slechts een toename van 1% in de uitstoot van energie – wat veel minder is dan de toename in 2021. Dat komt omdat de inzet van hernieuwbare energie en elektrische voertuigen wereldwijd sterk is gegroeid. En dus is, verborgen achter de gebruikelijke statistieken over de toegenomen wereldwijde uitstoot, de beweging naar schonere energie toch duidelijk versneld.
Ontdek de nieuwste inzichten op het gebied van duurzaamheid
Ontvang onze Robeco-nieuwsbrief en lees als eerste de nieuwste inzichten of bouw de groenste portefeuille op.
Piekgebruik fossiele brandstof vervroegd
In zijn laatste World Energy Outlook stelt het IEA vast dat het piekgebruik van fossiele brandstof vervroegd komt, dus al vóór 2030, omdat landen zoeken naar energiezekerheid via investeringen in hernieuwbare energie en energiebesparing. In dit kader is dit jaar beleid goedgekeurd door talloze grote uitstoters, waaronder de VS, EU, India, Australië, Zuid-Korea, Japan en China. Vooral de Amerikaanse Inflation Reduction Act, met een steunpakket ter hoogte van USD 369 miljard, zal de technologische innovatie versnellen, omdat Amerikaanse bedrijven hierdoor beter kunnen concurreren met Chinese leveranciers van hernieuwbare technologieën.
De opeenstapeling van dit soort mijlpalen leidt tot een kantelpunt, waarna de transitie naar netto-nul zoveel kracht krijgt dat deze zich blijft doorontwikkelen en aan tempo wint. Het beperken van de opwarming tot 1,5 °C zou een succes zijn dat geen enkele benchmark kon voorspellen, maar innovatie en marktkrachten hebben de neiging exponentieel te werken, en niet lineair, dus wie weet?
Beleggen in de transitie
Wat betekent dit voor beleggers zoals Robeco? Wij handhaven onze koers op netto-nul in 2050 en blijven beleggen in de transitie. De decarbonisatie van onze portefeuille staat op dit moment op -43% ten opzichte van het ijkpunt aan het einde van 2019. We begonnen dit jaar op -35%, wat betekent dat we in 2022 zijn blijven decarboniseren, ondanks de recarbonisatie van de markt veroorzaakt door de toegenomen weging van de energiesector in de benchmark.
We moeten ons echter realiseren dat dit soort cijfers maar een beperkt beeld schetst. Decarbonisatie van de portefeuille kan het gevolg zijn van een of meer individuele issuers die onze portefeuilles binnenkomen of verlaten. Het is echter ook belangrijk in de gaten te houden hoe de bedrijven zelf zich gedragen en hoe zij hun eigen transitie aansturen. Daarvoor hebben we een verkeerslicht voor het klimaat ontwikkeld. Dat beoordeelt hoe goed de 250 grootste uitstoters in ons beleggingsuniversum zich houden aan de doelstellingen van het Akkoord van Parijs.
Onze analyse van dit jaar signaleert dat 27% van de bedrijven een robuuste transitiestrategie volgt, terwijl 21% er duidelijk nog aan werkt en 52% onvoldoende doet. Op die laatste groep richten wij onze engagement, en we kunnen ook tegen het management van die bedrijven stemmen.
Top-250 uitstoters en naleving Parijs uitgedrukt in Robeco klimaatverkeerslicht
Transitie in de reële economie
Tot dusver is ons decarbonisatieresultaat grotendeels het gevolg van de beleggingsstrategie van onze fondsen. Onze beleggingsteams selecteren aandelen waarvan zij menen dat die waarde scheppen en blijven tegelijkertijd ruimschoots binnen hun CO2-doelstelling. Dit is alleen vol te houden als de reële economie ook overgaat naar netto-nul. En dat vraagt om klimaatactie in alle sectoren van de economie, ondersteund door ambitieus beleid en ambitieuze regelgeving.
Het is onze taak als beleggers om een actieve dialoog aan te gaan met de bedrijven en hun beleidsmakers in onze portefeuille, ons vermogen in te zetten voor bedrijven die zich bezig houden met de ontwikkeling van klimaatoplossingen en weg te blijven van beleggingen die het risico lopen op gestrande activa.
Het goede nieuws is dat we, ondanks de wereldwijd toenemende uitstoot, het politieke antagonisme en opnieuw een teleurstellende klimaattop, toch sterke signalen zien dat de transitie in de markt duidelijk gaande is.