Klimaatbeleggen
Verantwoordelijkheid
Niemand kan de klimaatverandering negeren, en zeker beleggers niet. Wij hebben namelijk de middelen om geld aan het werk te zetten waar het een verschil kan maken. Beleggers moeten duidelijke actie ondernemen om hun portefeuilles te decarboniseren en te streven naar netto-nul in 2050. Ook actief aandeelhouderschap kan verandering teweegbrengen bij ondernemingen. Met grote macht komt grote verantwoordelijkheid.
49%
van de wereldwijde beleggers zei dat ze vonden dat ze een ethische plicht hebben om een duurzame economie te ondersteunen, een percentage dat vergelijkbaar was in Europa, Noord-Amerika en Azië-Pacific, wat duidt op een gemeenschappelijk doel.
41%
van de beleggers noemde de vraag vanuit het bestuur, de publieke opinie en de wens om gezien te worden als leider op het gebied van duurzaamheid als belangrijke redenen voor toezeggingen voor netto-nul.
De rol van actief aandeelhouderschap is ook belangrijker geworden: bijna zeven op de tien ondervraagde beleggers zeggen engagement en stewardship te gebruiken om meer transitiegerichte praktijken te stimuleren bij de bedrijven waarin ze beleggen. Aangezien niet alle vermogensbeheerders beschikken over interne engagementcapaciteiten, slaan veel vermogensbeheerders hiervoor de handen ineen met anderen.
Maar zoals met alles op het gebied van duurzaam beleggen blijven er conflicten – er is geen wondermiddel. Hoewel beleggers de verantwoordelijkheid hebben om de transitie naar netto-nul te stimuleren, hebben ze ook een fiduciaire plicht om rendement te genereren voor hun klanten. Een grotere focus op duurzaamheid mag niet ten koste gaan van een achterblijvende performance in portefeuilles, wat problemen oplevert bij het afstoten van olie en gas.
Energiebedrijven behoren namelijk tot de best presterende aandelenmarkten sinds Rusland in 2022 Oekraïne binnenviel. Vervolgens bleek uit de Global Climate Investing Survey dat minder beleggers van plan zijn om op korte termijn te desinvesteren in olie- en gasbedrijven, waarbij het aandeel met deze toezegging daalde van 23% in 2023 naar slechts 14% in 2024.
Klimaatbeleggen is meer dan de allernieuwste trend
Lucian Peppelenbos (klimaatstrateeg) en Carola van Lamoen (hoofd Sustainable Investing) bekijken klimaatverandering en klimaatbeleggen vanuit alle hoeken. Luister naar de trailer of de volledige podcast van 25 minuten.
Geld naar duurzame ondernemingen dirigeren
Beleggers spelen een grote rol in het dirigeren van geld naar ondernemingen die een verschil maken in de strijd tegen klimaatverandering. Voor beursgenoteerde ondernemingen is vooral de dreiging van desinvesteren in combinatie met engagement heel effectief. De geplande EU Taxonomy geeft beleggers duidelijkheid over wat precies ecologisch duurzame activiteiten zijn en onder welke omstandigheden.
Vermogensbeheerders bepalen welke aandelen en obligaties terechtkomen in portefeuilles, en dus kunnen ze zich specifiek richten op ondernemingen die toewerken naar decarbonisatie. Dat wordt voornamelijk gedaan via negative screening (met name uitsluitingen) en positive screening, waarbij modellen worden ingezet om ondernemingen te vinden met een beter ESG-profiel.
Ook wordt gebruikgemaakt van engagement om verandering af te dwingen bij ondernemingen. Twee engagementthema’s van Robeco voor 2021 zijn gericht op financiële instellingen die ondernemingen met een hogere uitstoot financieren en op ondernemingen die traag of terughoudend zijn met de overstap naar een CO2-arm bedrijfsmodel.
Ook wordt gebruikgemaakt van engagement om verandering af te dwingen bij ondernemingen. Twee engagementthema’s van Robeco voor 2021 zijn gericht op financiële instellingen die ondernemingen met een hogere uitstoot financieren en op ondernemingen die traag of terughoudend zijn met de overstap naar een CO2-arm bedrijfsmodel. Ondertussen worden tal van nieuwe strategieën gelanceerd die beleggen in ondernemingen die een directe bijdrage leveren aan de strijd tegen de opwarming van de aarde. Zo heeft Robeco in december 2020 twee vastrentende klimaatstrategieën gelanceerd, met benchmarks die zijn afgestemd op het Akkoord van Parijs – een primeur!
Andere klimaatgerelateerde beleggingsproducten zijn onder meer gericht op technologie voor CO2-opvang, de circulaire economie en herbebossing. Daarnaast zijn er ook vormen van impactbeleggen die zich richten op de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) van de VN – met name SDG 13: Klimaatactie – of op groene obligaties. Moeten we er dan niet gewoon voor zorgen dat al het geld terechtkomt bij dit soort strategieën?
Out of the box denken
Het antwoord is nee, want beleggers moeten ook out of the box denken. Het is niet genoeg om alleen de slechte ondernemingen te vermijden en groenere effecten te kopen, zegt klimaatspecialist Lucian Peppelenbos. “Het ironische is dat we op dit moment fossiele brandstoffen nodig hebben om ze uit te bannen”, zegt hij. “Neem bijvoorbeeld de olie- en gasindustrie, die voorziet in een dagelijkse behoefte. Deze sector behoort tot de kern van het probleem, maar is tegelijkertijd onderdeel van de oplossing. Olie en gas zijn tot 2050 nodig voor transport en het verwarmen van gebouwen, zij het ieder jaar iets minder. En we hebben nog steeds fossiele brandstoffen en chemicaliën nodig om windmolenparken te bouwen.”
“Grote oliemaatschappijen moeten zich omvormen tot producenten van hernieuwbare energie. En wij moeten ze daarbij helpen. We komen er niet door simpelweg niet meer te beleggen in dit soort ondernemingen en alleen nog maar te beleggen in hernieuwbare energie. Zo weten we bijvoorbeeld van een onderneming dat die een grote CO₂-voetafdruk heeft vanwege zijn mijnen, maar dat die tegelijkertijd de grootste capaciteit voor het opwekken van hernieuwbare energie heeft in Europa. We willen daar dus wel in belegd zijn om bij te dragen aan de transitie en om exposure te hebben naar hernieuwbare energie. Dat is het evenwicht dat we moeten zien te vinden.”
Belonen en straffen
Belegbare olie- en gasmaatschappijen hebben nog steeds geld van aandeelhouders nodig om te overleven. En dat is precies waar beleggers hun macht kunnen uitoefenen. “De dreiging van uitsluiting of desinvestering is vooral effectief in combinatie met engagement”, zegt Peppelenbos.
“Ik ga al de nodige jaren in gesprek met oliemaatschappijen, en die voelen het als een reële dreiging dat grote beleggers weglopen. Daar zijn ze echt bang voor. De bereidheid om te luisteren naar wat wij willen is dan ook groot, omdat ze weten dat wij ook onder druk staan. We zagen dit bijvoorbeeld gebeuren met Shell. Daarom denk ik dat dit goed werkt.”
Niet alles is belegbaar
Helaas valt niet alles binnen het bereik van beleggers. “We kunnen alleen beleggen in beursgenoteerde effecten, terwijl het grootste deel van de wereldwijde kolenreserves in het bezit is van regeringen. Dreigen met uitsluiting heeft dan geen zin”, zegt Peppelenbos. “Bij Robeco kopen we ook geen reële activa, zoals windmolenparken, die een essentieel onderdeel zijn van de oplossing. Waar we wel in kunnen beleggen, zijn de ondernemingen die de technologie voor deze windmolenparken en andere hernieuwbare bronnen ontwikkelen.”
“We hebben een duidelijke verantwoordelijkheid om in al deze gebieden beleggingskansen te bieden, terwijl we in ons achterhoofd houden dat we niet simpelweg alle producenten en gebruikers van fossiele brandstoffen van de ene op de andere dag kunnen dumpen.”
EU Taxonomy kan helpen
Wat zeker zal helpen om geld naar duurzamere ondernemingen te dirigeren, is de nieuwe EU Taxonomy. Die stelt voor het eerst een gemeenschappelijk classificatiesysteem in voor ‘groene’ en ‘duurzame’ economische activiteiten volgens de Sustainable Finance Disclosure Regulation van de EU.
Volgens de Taxonomy moeten ecologisch duurzame activiteiten een aanzienlijke bijdrage leveren aan een of meerdere van de volgende zes milieudoelen: het tegengaan van klimaatverandering, aanpassing aan klimaatverandering, duurzaam gebruik en bescherming van water en maritieme hulpbronnen, de transitie naar een circulaire economie, voorkomen en beheersen van verontreiniging, en bescherming en herstel van biodiversiteit en ecosystemen.
Tot nu toe zijn alleen de activiteiten die bijdragen aan de eerste twee milieudoelen – tegengaan van klimaatverandering, aanpassing aan klimaatverandering – gedefinieerd. In januari 2022 moet voor het eerst gerapporteerd worden over deze doelen. Eind 2021 worden de technische criteria bekendgemaakt voor activiteiten die een aanzienlijke bijdrage leveren aan de overige vier criteria. En vanaf medio 2023 moet ook daarover gerapporteerd worden.
Uitsluiten – ons laatste middel
Robeco sluit al heel lang ondernemingen uit waarvan de producten of het gedrag niet voldoen aan aanvaardbare normen. In 2020 is een nieuw beleid ingevoerd dat nog veel verder gaat: in alle portefeuilles worden fossiele brandstoffen uitgesloten op basis van een bepaalde drempel.
Robeco heeft drie soorten portefeuilles. In al onze standaard strategieën, het grootste deel van onze ICBE-strategieën, integreren we ESG-factoren. Deze benadering noemen we Sustainability Inside. Daarnaast hebben we ook specifieke duurzaamheidsstrategieën (Sustainability Focused). Die gaan een stap verder, met specifieke ESG-doelen zoals het realiseren van een kleinere CO2-voetafdruk dan de benchmark. En tot slot hebben we impactstrategieën, die zelfs nog een stap verder gaan. Die zijn gericht op een specifiek thema waarbij echt een verschil kan worden gemaakt in de praktijk, bijvoorbeeld via de SDG’s.
Voorheen hielden de ondernemingen die werden uitgesloten van deze portefeuilles zich bijvoorbeeld bezig met de productie van controversiële wapens, zoals clusterbommen, of tabak. Of ze waren betrokken bij corruptie of andere onethische zaken. De klimaatverandering werd over het algemeen niet gezien als een onderwerp om ondernemingen uit te sluiten. Fossiele brandstoffen werden vaak gezien als een noodzakelijk element in de huidige economie, zolang de transitie naar schonere energiebronnen nog gaande is.
Een breder blikveld
Maar op basis van het beleid dat in september 2020 werd aangekondigd, worden ondernemingen die 25% of meer van hun inkomsten uit steenkool of teerzanden halen, of 10% van hun inkomsten uit boringen in het Noordpoolgebied, ook uitgesloten van de standaard portefeuilles. Daarmee is het uitsluitingsbeleid voor steenkool flink uitgebreid, want eerder gold dat beleid alleen voor de specifieke duurzaamheids- en impactstrategieën.
Voor het eerst werden ook ondernemingen uitgesloten die actief betrokken zijn bij teerzanden en boringen in het Noordpoolgebied. Daarmee kwamen in één klap 242 producenten van fossiele brandstoffen in de sectoren energie, mijnbouw en nutsbedrijven op de uitsluitingslijst te staan.
Voor de duurzaamheids- en impactportefeuilles zijn de drempels strenger: ondernemingen mogen slechts 10% van hun inkomsten uit steenkool of teerzanden halen en 5% van hun inkomsten uit boringen in het Noordpoolgebied. Door deze uitbreiding geldt het uitsluitingsbeleid nu voor alle ICBE-strategieën van Robeco.
“We gaan het liefst in gesprek met ondernemingen, maar in onze ogen is het erg moeilijk om grote veranderingen af te dwingen bij ondernemingen die zich nog sterk richten op steenkool of teerzanden”, zegt Carola van Lamoen, hoofd Sustainable Investing bij Robeco. “Daarom kunnen we onze pijlen beter richten op de ondernemingen en sectoren waarvan we het idee hebben dat onze engagements effectief zijn.”
Wat moeten beleggers doen? De route naar beleggen volgens de doelen van Parijs
We zijn onderweg naar netto-nul. We vertellen wat de belangrijkste componenten zijn van beleggen volgens de doelen van Parijs en wat we hebben geleerd van het proces waarin we onze eigen route naar netto-nul hebben uitgestippeld.
Het goede voorbeeld – streven naar een netto-uitstoot van nul
Bij Robeco geven we graag zelf het goede voorbeeld. Daarom streven we naar een netto-uitstoot van nul in 2050 voor ons hele beheerde vermogen. In deze Q&A leggen we uit waarom we deze toezegging hebben gedaan.
Wat heeft Robeco precies toegezegd?
Het doel uit het Akkoord van Parijs om de opwarming van de aarde te beperken tot onder de 2 °C aan het eind van deze eeuw halen we alleen als de wereld in 2050 CO2-neutraal is. Sinds dit akkoord hebben naast de Europese Unie ook veel landen toegezegd hun netto CO2-uitstoot vóór deze deadline terug te brengen naar nul. We vonden dat wij, als een leider in duurzaam beleggen, de fundamentele plicht hadden hetzelfde te doen.
Wat betekent dit in de praktijk?
Het complete beheerde vermogen van Robeco moet CO2-neutraal worden, wat betekent dat alle ondernemingen waarvan we aandelen of obligaties bezitten dat in 2050 ook moeten zijn. Daarom moeten ze hun uitstoot van broeikasgassen terugdringen en zich bezig gaan houden met CO2-compensatie. Om dat te bereiken moeten ze hun economische modellen flink omgooien, en bijvoorbeeld meegaan in de transitie van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energie.
Moeten jullie dan niet gewoon de ondernemingen verkopen die dit niet doen?
Het is niet gewoon een kwestie van onze portefeuilles decarboniseren door de ondernemingen met een hoge uitstoot eruit te gooien. Daarmee lossen we het onderliggende probleem niet op. We moeten juist de handen ineenslaan met de CO2-intensieve ondernemingen, onder meer via engagement, om ze te helpen hun bedrijfsmodellen meer te richten op CO2-armere oplossingen.
Hoe gaat Robeco dit bereiken?
Al onze beleggingsteams gaan een routekaart gebruiken om uit te stippelen hoe we al onze miljarden euro’s aan beleggingen geleidelijk kunnen decarboniseren. De doelen in deze routekaart hebben onder meer betrekking op de reductie van uitstoot in portefeuilles. Daarbij gebruiken we datamodellen die kunnen berekenen hoeveel broeikasgassen een onderneming uitstoot.
Doen we dit alleen of samen met anderen?
Wij hebben zelf dit besluit genomen, omdat het iets is wat we sowieso moeten doen. Maar we zijn altijd al overtuigd geweest van de kracht van samenwerking om een breder doel te realiseren. Daarom maken we deel uit van het internationale Net Zero Asset Managers Commitment-initiatief. Dit initiatief is gelanceerd door de Institutional Investors Group on Climate Change (IIGCC), waar Robeco lid van is.
Hebben jullie hiervoor nog nieuwe producten ontwikkeld?
In december 2020 lanceerden wij als eerste vermogensbeheerder ter wereld twee vastrentende klimaatstrategieën, die zich richten op ondernemingen die een directe bijdrage leveren aan de strijd tegen de opwarming van de aarde. Daarnaast hebben we ook producten die zijn gericht op de Sustainable Development Goals, zoals SDG 13: Klimaatactie. En we beleggen ook in oplossingen zoals groene obligaties, slimme energie en de circulaire economie.
Welke stappen zijn tot dusver gezet?
Wij zien fossiele brandstoffen als ‘laaghangend fruit’, in de zin dat die een duidelijk probleem zijn om een standpunt over in te nemen. In september 2020 hebben we ons uitsluitingsbeleid voor fossiele brandstoffen uitgebreid naar al onze ICBE-fondsen (naast de specifieke duurzaamheids- en impactfondsen), op basis van bepaalde drempels. We combineren dit met een intensieve engagement met niet alleen de ondernemingen met een hoge uitstoot, maar ook met de financiële instellingen die deze ondernemingen financieren.
Heeft Robeco zijn middelen hiervoor uitgebreid?
Ja. We wilden meer expertise op dit vlak in huis halen. Daarom hebben we in 2020 een klimaatstrateeg en een klimaatwetenschapper in dienst genomen die zich uitsluitend bezighouden met dit project. Ze werken in ons nieuwe SI Center of Expertise, dat we ook in 2020 hebben opgericht, deels om onze inspanningen op het gebied van klimaatgerelateerde beleggingskwesties te vergroten. Ze adviseren beleggingsteams in de gehele organisatie.
Deelt Robeco al zijn bevindingen?
Ja. We zijn er sterk van overtuigd dat volledige transparantie een belangrijk onderdeel is van duurzaam beleggen. Daarom publiceren we ons gehele duurzaamheidsbeleid op onze website, met onder meer een beleid tegen klimaatverandering dat in september 2020 is vernieuwd. Daarnaast komen we regelmatig met een update over hoe duurzaamheid zich vertaalt naar de performance van strategieën en rapporteren we ieder kwartaal over onze engagementactiviteiten.